BETHLEHEM
Bethlehem (in het Hebreeuws: 'broodhuis',
in het Arabisch: 'vleeshuis') is gelegen op verscheidene heuvels
ongeveer 11 km ten zuiden van Jeruzalem en ligt 850 m. boven de
zeespiegel. In deze plaats zijn koning David en Jezus Christus
geboren. Tegenwoordig wonen er overwegend Arabische christenen.
Het toeristische centrum van de stad is de Geboortekerk, die door
keizer Constantijn is gebouwd. Jaarlijks hoogtepunt in Bethlehem
zijn de feestelijkheden rond Kerst. Op beide kerstdagen is de
stad feestelijk versierd en vol drukte. De cafés en restaurants
zijn dan tot diep in de nacht geopend. Aan de rand van de stad
ligt het graf van Rachel, de vrouw van Jakob. De christenen die
in wonderen geloven, bezoeken graag de Kerk van de Melkgrot. Deze
staat op de plaats waar Maria bij het voeden een druppel melk zou
hebben verloren, waarna de rotsen stralend wit werden.
Bethlehem was ook de achtergrond van de geschiedenis
van Ruth, de Moabitische en Boaz. Elimelech en zijn vrouw Naomi
vertrokken uit Bethlehem ten tijde van een hongersnood en gingen
met hun twee zonen naar de velden van Moab (Ruth 1: 1 -4). Na de
dood van haar man en haar twee zonen keerde Naomi met haar
schoonmoeder Ruth naar BethIehem terug (Ruth 1:19-22). In
Bethlehem ontmoette Ruth Boaz en trouwde met hem. Ruth is de
overgrootmoeder van David en Bethlehem was dus de stamplaats van
het huis van David. Om deze reden ging dan ook Jozef, die
voortkwam uit een tak van het huis van David, naar Bethlehem voor
de volkstelling. David is in Bethlehem geboren en bracht zijn
jeugd door met het hoeden van de schapen van zijn vader lsaï op
de heuvelachtige velden van Efratha. Hier werd David uitverkoren
door God en tot koning over Israël gezalfd door de profeet Samuël.
(1 Samuël 16: 1-4). De gebeurtenis die echter de kleine stad
Bethlehem onvergetelijk maken zou, was de geboorte van de Heer
Jezus in één van haar grotten, in een beestenstal. Reeds 750
jaar voor de geboorte van Christus schreef de profeet Micha:
"En gij, Bethlehem Efratha, al zijt gij klein onder de
geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal
zijn over Israël (Micha 5:1)." Deze profetie ging in
vervulling toen keizer Augustus een bevel uitvaardigde tot het
houden van een volkstelling in alle provincies van het Romeinse
Rijk, en daar Jozef uit het geslacht van David was, vertrok ook
hij uit Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, naar de stad
van David, BethIehem geheten, om zich te laten inschrijven met
Maria zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was. 'Terwijl zij
daar waren, werden de dagen vervuld dat ze baren zou, en zij
baarde haar eerstgeboren zoon, wikkelde hem in doeken en legde
hem neder in een kribbe, omdat er geen plaats voor hen was in de
herberg (Lukas 21-20). In Bethlehem zijn nog steeds een
aantal oude huizen die gebouwd zijn over kalksteengrotten. Deze
grotten zijn zeer oud en gelijk aan de geboortegrot. Vermoedelijk
is Jezus geboren in één van deze oude grotten en niet zoals de
westerse traditie aangeeft in een stal. Hadrianus, na het
verslaan van de tweede joodse opstand in 135 na Chr., ontheiligde
Bethlehem zowel als Jeruzalem, door er de afgodendienst in te
stellen. Hadrianus heeft op de plaats van de geboortegrot een
tempel gebouwd ter ere van Adonis, de god van schoonheid en
liefde. Zijn zorgvuldige ontheiliging van de grot heeft er voor
gezorgd dat de plaats voor de toekomst geheel bewaard gebleven is.
Hadrianus' tempel stond boven de geboortegrot gedurende twee
eeuwen, tot deze door koningin Helena vernietigd werd. Koningin
Helena, de moeder van keizer Constantijn, bekeerde zich tot het
christendom in 313 en maakte het christendom tot officiële
staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. In 325 bezocht Helena het
Heilige Land en bouwde drie kerken, de eerste over Calvarie en
het graf van Christus, de tweede over de geboortegrot in
Bethlehem en de derde op de top van de Olijfberg. In Bethlehem,
zowel als in Jeruzalem, was het geen probleem om de juiste plaats
vast te stellen. De vaststelling vond plaats op grond van
geschreven documenten en tevens naar de mondelinge overlevering
van vader op zoon. Christelijke overlevering gaf aan dat de
geboortegrot van Jezus zich moest bevinden aan de oostkant van
het dorp onder de tempel van Hadrianus. De tempel werd afgebroken
en men vond inderdaad de geboortegrot volledig intact. Toen
bouwde Constantijn er zijn schitterende basiliek, rijk versiert
met marmer, fresco's en mozaïeken. Hij eerde de kerk met
koninklijke giften, goud, zilver, geborduurde wandtapijten, omdat
hij er in het bijzonder in geïnteresseerd was dat de
geboortekerk een gedenkteken van de vroomheid van zijn moeder zou
zijn. In 529 kwamen de Samaritanen van Nabloes in opstand tegen
de christelijke Byzantijnse regering en plunderden het platteland
en Bethlehem. Door brand en plundering werd de Geboortekerk zwaar
beschadigd. De mozaïekvloer van Constantijn's kerk werd gevonden
onder een laag verbrande tegels en een dikke laag as. De
Patriarch van Jeruzalem stuurde St. Sabbas naar keizer
Justinianus om zijn hulp te vragen voor het herstel van de kerk.
De keizer stuurde een afgezant met een reusachtig bedrag aan geld
en schreef naar zijn vertegenwoordiger in Palestina om de
inkomsten van het land aan zijn afgevaardigde over te geven,
zodat hij een nog grotere en nog mooiere kerk kon bouwen dan die
van keizer Constantijn. De keizer was niet tevreden met de
uitvoering van het werk. Hij beschuldigde zijn afgevaardigde
ervan geld in eigen zak gestoken te hebben en liet hem onthoofden.
De kerk van Justinianus staat er nog steeds. Hoewel het gehele
prachtige binnengedeelte in de loop van de eeuwen beschadigd werd,
is de wezenlijke vorm niet gewijzigd. In 614 vielen de Perzen het
Heilige Land binnen. Hoewel zij volgens sommige geschiedkundigen
meer dan 3000 kerken en kloosters volledig verwoestten, was de
geboortekerk de enige kerk die voor vernietiging gespaard
gebleven is. Dit kwam omdat zij in de Geboortekerk een
mozaïek zagen, voorstellend de drie wijzen uit het oosten in
Perzische kledij, die het Christuskind aanbaden. Het zien van dit
mozaïek heeft hen er van weerhouden hun vandalistische
praktijken ook hier uit te voeren. Gedurende de tijd van de
Kruisvaarders had de kerk dringend herstel nodig. De oude
marmeren stenen vloer werd vervangen, het oude dak van cederhout
werd bedekt met lood, de zijmuren bedekt met marmer en in het
bovenste gedeelte van het schip bracht men schitterende mozaïeken
aan.
DE GEBOORTEKERK
De basiliek heeft de vorm van een kruis, 60
meter lang en 30 meter breed. Ze is verdeeld in 5 galerijen door
de 4 rijen pilaren, die gemaakt zijn van de rode steen uit het
land zelf. In 1936 werden gedeelten van oude 4de-eeuwse mozaïeken
ontdekt. Zij worden nu bedekt door een houten vloer. Op het
bovengedeelte van de kerk en de muren van het dwarsschip zijn
gedeelten van mozaïeken te zien, het enige dat overgebleven is
van de decoratie van de Kruisvaarders. Het prachtige Grieks-orthodoxe
koor, direct boven de geboortegrot, is handgesneden houtwerk van
de ceders van Libanon. De buitenkant van de kerk is zeer sober en
ziet er uit als een middeleeuwse vesting. De gevel is nu omringd
door de muren van drie kloosters. Oorspronkelijk waren er
drie deuren, twee zijn er echter dichtgemetseld, in het midden is
een lage nauwe deur die toegang geeft tot de kerk. De
toegangsdeur is verlaagd om te verhinderen, dat plunderaars met
hun paarden naar binnen zouden komen.
Twee ingangen leiden naar de grot, waar de
Heer Jezus geboren zou zijn. Deze heeft een rechthoekige vorm (12
bij 3 meter). De grot wordt door 48 lampen verlicht. Een zilveren
ster met de Latijnse inscriptie: "Hic de Maria Virgine Jesus
Christus natus est" (Hier is Jezus Christus geboren uit de
maagd Maria!), geeft de plaats aan waar Christus geboren zou zijn.
De heilige kribbe staat er rechts van. De primitieve rots, zwart
geblakerd door de rook van lampen en kaarsen, kan men boven de
kribbe zien. Het oorspronkelijke dak van de grot is in de 4e eeuw
vervangen door metselwerk. De muren van de grot zijn met asbest
bedekt ter bescherming tegen brandgevaar, een geschenk van de
Franse president MacMahon in 1874.
Binnen in de grot, onder het middelste
altaar, bevindt zich een zilveren ster, ter herinnering aan de
geboorte van Christus. Traditie en kunst zijn met deze ster sterk
verbonden. Het Matheüs Evangelie spreekt over het bezoek van de
wijzen: 'Wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten en zijn
gekomen, om Hem te aanbidden... En ziet, de ster ging hun voor,
totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was'.
(2: 1-12).
|