Homepage | Het Heilige Land |
| Midden Israël |
| Zuid-Israël |
|West-Israël |
| Noord-Israël |
| Links |
 

Yad Vashem
Yad Vashem

Nationale Israëlische gedenkplaats die aan de moord op zes miljoen Europese Joden door de Duitse nationaal-socialisten herinnert. Een deel van de gedenkplaats is ingericht als museum, waarin de vervolging van de Joden in Europa wordt gedocumenteerd: van het verliezen van hun rechten, het leven in getto's tot aan de industrieel georganiseerde dood. Elke toerist zou deze gedenkplaats moeten bezoeken.


Het Bezoek

Kinderen van Yad Vashem

Gedichten

MP3: Berlin'38(6,4 MB)

Het bezoek (na een bezoek aan het kinderpaviljoen in Yad Vashem Jeruzalem; Bron: anoniem)

Ik ben naar binnen gegaan. Ik heb mijn angstgevoelens opzij kunnen zetten en heb de deur geopend die mij vanuit het scherpe zonlicht in de donkere ruimte voerde. Foto's achter een wezenlijke omheining van glas en metaal. Alles is zwart om mij heen. Een leuning is de scheiding tussen mij en de foto's van de kinderen, de foto's die gevangen zitten tussen twee glazen platen. Ik sta aan de kant van de levenden. De foto's zijn van de doden. Ik mag alleen naar de foto's kijken, meer is mij niet toegestaan. Deze kinderen hadden net zo oud kunnen zijn als ik. Zij hadden dat geluk niet. Had ik dan wel geluk? Dat is natuurlijk de reden van de onoverkomelijke balustrade, de leuning die als een muur tussen mij en de kinderen staat. De muur die veel te hoog is voor mij om eroverheen te klimmen. Misschien is het niet waar en behoor ik toch bij de kinderen achter de glazen platen? Uit de andere ruimte hoor ik de namen noemen van de kinderen, mijn naam is er niet bij. Toch kan dit mij niet uit mijn tweestrijd halen. Ik loop naar de tweede kamer van het paviljoen. Het weinige licht dat aanwezig was in de hal met de foto's is nu verdwenen en ik moet opnieuw wennen aan de duisternis. Alleen duizenden kleine lichtjes schijnen om mij heen. Ik ben in de kamer waar de namen en de leeftijden van de kinderen afgeroepen worden alsof het om een wedstrijd gaat waarvan de deelnemers naar de startblokken worden geroepen. Voor hen is het geen wedstrijd, deze kinderen zijn dood, vermoord. Ik probeer bij de lichtjes te komen. Ik probeer ze te tellen, het gaat niet. De muur houdt mij tegen. De muur tussen mij en anderhalf miljoen kinderen. Overal zijn lichtjes, overal zie ik de lichtjes. Boven mij. Onder mij. Naast mij. Op mijn gezicht, mijn armen, mijn benen. Zij komen overal overheen, geen muur die voor hen te hoog is. Ik leef, zij zijn dood. Maar hun licht blijft schijnen. Als ik over die muur kon, als die muur zich nu zou splitsen, dan kon ik er gewoon heen lopen. Kon ik maar bij ze komen! Ik wil met hun spelen, ze troosten en strelen, met ze lachen. Maar ik leef, dus kan het niet. Ik hoor hun verhalen en ik huil. Namen, namen, jongensnamen, meisjesnamen. Alle namen horen bij elkaar, een geheel van anderhalf miljoen kinderen, die eens gelachen en gehuild hebben, die eens gespeeld hebben en naar school gingen. Nu zijn zij slechts herinneringen. Langzaam loop ik de donkere ruimte uit, terug naar het scherpe zonlicht. Ik sluit de deur. Alleen de deur. Meer niet.

  YAD VASHEM-Gedenkteken HOLOCAUST te Jeruzalem

Spiegelzaal met stergeflonker,
mensen tasten in het donker.
Luisterend naar kindernamen,
anderhalf miljoen tezamen.
Naomi. Eva. Michael.
Maria. Nathan. Samuel ........

Al die kinderen kwamen om,
door beulen van het nazidom.
Verblinde haters zonder hart,
ten hemel schreiend was de smart.
Naomi. Eva. Michael.
Maria. Nathan. Samuel ........

Zij werden volgens plan vermoord.
Hun dromen in de kiem gesmoord,
want Hitler sprak in grootheidswaan:
géén jood heeft recht op een bestaan!
Naomi. Eva. Michael.
Maria. Nathan. Samuel ........

En altijd door klinkt zacht van toon,
een naam van dochter of van zoon.
Om ons er bij te bepalen:
Zulk leed mag zich nooit herhalen!
Naomi. Eva. Michael.
Maria. Nathan. Samuel ........