Homepage | Het Heilige Land |
| Midden Israël |
| Zuid-Israël |
|West-Israël |
| Noord-Israël |
| Links |
 

TIBERIAS

Tiberias (30.000 inwoners) is de belangrijkste stad aan het Meer van Tiberias, is heden de voornaamste stad voor handel en verkeer aan de westelijke oever van het meer van Galilea.. Tegenwoordig is het, net als in de Romeinse tijd, een ontspanningscentrum met kuur- en sportfaciliteiten. De heilzame en geneeskrachtige werking van de warmwaterbronnen, het subtropische klimaat, waardoor het in de zomer 35°C kan worden en in de winter 21°C, en de hoge atmosferische druk (het ligt 200 m onder de zeespiegel) zorgen voor ontspanning. De stad werd gesticht door Herodes Antipas in het jaar 26 na Chr. en Tiberias genoemd naar de Romeinse keizer Tiberius. Herodes bouwde een juweel van een stad, met prachtige paleizen, theaters, tempels, die blonken van het goud en het marmer, en openbare badhuizen over de hete bronnen die in de hele Romeinse wereld beroemd waren om hun geneeskracht. Daarenboven had Tiberias ook nog het voordeel te liggen in één van de mooiste gebieden ter wereld, een plaats die door Josephus beschreven wordt als: "het pronkstuk der natuur". Wellicht heeft Jezus deze stad van pracht en praal met opzet gemeden. Vandaar dat er in Tiberias geen christelijke heiligdommen te vinden zijn. Wel werd deze stad voor de oude geschiedenis van het jodendom, na het verlies van de joodse zelfstandigheid en de opstand van Bar-Kochba in 135 na Chr. letterlijk het nationale middelpunt, het godsdienstig en cultureel centrum van het land, in plaats van Jeruzalem. In Tiberias werd omstreeks het jaar 200 na Chr. de Misjna samengesteld. De Misjna is een verzameling geboden die de basis van de Talmoed vormen. De Talmoed is een verzameling voorschriften en verhandelingen die uitleg geven aan de Thora, de wetboeken van Mozes. De Talmoedische school voltooide de Jeruzalemse Talmoed tegen het einde van de 4de eeuw. Klinkers en punctuatie werden in het Hebreeuws ingevoerd. Vele joodse wijsgeren zijn begraven in Tiberias. De beroemdste is de rabbijn Maimonides, geneesheer in Cairo aan het hof van Saladin's Al-Fdil, en tevens de meest beroemde denker uit de joodse middeleeuwen. Hij bracht het merendeel van zijn leven door in Cairo, waar hij ook gestorven is in het jaar 1204, maar het stoffelijk overschot werd overgebracht naar Tiberias en aldaar begraven. Rabbijn Meir, die in de 12de eeuw leefde, is hier ook begraven en staat hoog in achting bij de orthodoxe joden vanwege de vele wonderen die zij hem toeschrijven. Andere beroemde rabbijnen, die hier begraven werden zijn: Rabbi Johanan ben Zakkai en Rabbi Akiba. In 637 werd Tiberias door de Arabieren bezet. In 1099 werd zij veroverd door de Kruisvaarders en tot hoofdstad van Galilea verheven, dat toen een vorstendom werd. Na de slag bij de Hoorns van Hittin gaf Tiberias zich over aan de moslims en kwam ook aan dit vorstendom een einde. In de 16de eeuw onder de Turkse regering werd Tiberias een onafhankelijke, semi-joodse stad onder het bestuur van de joodse Don Yosef Nassi. In 1837 werd de gehele stad door een aardbeving verwoest. Tiberias is een zeer geliefd winterverblijf in Israël vanwege het zachte klimaat. De meeste inwoners van Tiberias zijn tegenwoordig joden, velen van hen zijn immigranten.

HET MEER VAN GALILEA

Het Meer van Tiberias en de op zijn oever gelegen stad Tiberias vormen het 'hart' van Galilea. Hier ligt het natuurlijke middelpunt van de streek en het centrale uitgangspunt voor tochten en uitstapjes in het noorden van Israël.

Als grootste zoetwatermeer van het land behoort het Meer van Tiberias tot de grootste natuurlijke rijkdommen van Israël: vanaf hier worden met behulp van een gigantische pijpleiding ('National Water Carrier') vele steden en zelfs de Negev-woestijn van water voorzien. Het Meer van Tiberias is ongeveer 13 km breed (oost-west) en ongeveer 21 km lang (noord-zuid), 48 m diep en de Jordaan stroomt er doorheen. De omtrek bedraagt 50 km terwijl de oppervlakte op 170 km2 word berekend. Het meer ligt 212 m onder de zeespiegel. De Hebreeuwse naam 'Yam Kinnereth' (Kinner betekent harp) is door God zelf gegeven: volgens een legende heeft de Heer de klank van de golven met het harpspel vergeleken. De oever van het meer is op plaatsen waar niet wordt gebouwd of waar een kibbutz is gevestigd, met stenen bezaaid. Het oostelijke deel van de oever is nogal verlaten, mooie kleine zandstranden vindt u in de noordoostelijke hoek.

Het meer is rijk aan vissoorten: karper, poon, sardines, meerval en de Galilese kamvis; deze worden nog net als vroeger met het net gevangen. Het water is zeer helder en in de regel kalm, maar in de winter kan het hier echter geweldig spoken, en bij stormachtig weer slaan huizenhoge golven tegen de oevers. Ten tijde van Jezus was Galilea een kruispunt van wegen in alle richtingen. De goede verbindingen, de buitengewone vruchtbaarheid van de valleien, de adembenemende schoonheid van het landschap, de hete bronnen van Tiberias, alles was dermate aantrekkelijk dat het een aanzienlijk aantal mensen aantrok om zich in deze streek te vestigen. Het hele gebied was dan ook het toneel van voortdurende bedrijvigheid. Zo ontstonden rond het meer wel negen steden, waarvan elke stad minstens 15.000 inwoners telde. De paradijsachtige schoonheid van het meer is in vele talen bezongen en vele mensen, die het Meer bezochten, schreven er over in lyrische bewoordingen. "Een sprankelend blauwe spiegel, zoet water, vol vis. Het Meer van Galilea is alles tegelijk: eten, drinken en lucht. Een lust voor het oog, een verkoeling voor de hitte, een vlucht uit de massa. Waar nu nog nauwelijks bomen staan, waren vroeger uitgestrekte bossen, waar nu moerassen zijn, waren eens prachtige tuinen, en waar nu zo af en toe een boot voorbij zeilt, voer eens een hele vloot van zeilschepen." Geen enkel ander meer, hoe schitterend ook, is zo betoverend en fascinerend als het Meer van Galilea. De azuurblauwe strakke hemel, geen zuchtje wind, het diepblauwe heldere water waar de bergen zich in spiegelen, en tegen de horizon de voorbijglijdende vissersbootjes die er uitzien alsof ze juist op linnen geschilderd zijn, dit alles maakt op de toeschouwer een onuitwisbare indruk.

Op de hellingen rondom het meer was het vol leven en bedrijvigheid toen Jezus begon te prediken over het Koninkrijk Gods. Hier bracht hij de meeste tijd van Zijn openbare leven door, hier onderwees Hij Zijn discipelen en verrichtte Hij Zijn meeste wonderen. Hier ook riep Jezus Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes en de andere apostelen (Matt. 4:18-20, Lukas 5:1 -11), hier genas Hij een melaatse (Matth. 8:1-4) en sprak Hij de schare toe vanuit de boot van Petrus (Markus 3:7-12, Lukas 5:1-3). Hier ook was het dat Christus de storm beval te gaan liggen (Matth. 8:23-27), over de woeste golven wandelde (Matth. 14:22-33) en vele zieken genas (Matth. 15:29-31). Hier, aan de Zee van Tiberias openbaarde Christus Zich na Zijn opstanding aan Zijn discipelen en herstelde hij Petrus in zijn apostelambt (Joh. 21) En hier sprak Jezus het zendelingsbevel: "Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan de ganse schepping." (Markus 16:15).