|
CAESAREA Caesarea ligt 45 km ten noorden van Tel Aviv en is een van de belangrijkste opgravingplaatsen van Israël. De opgravingen zijn nog niet voltooid, maar de ruïnes van het forum, van het amfitheater en vooral van het Romeinse aquaduct geven een idee van de unieke grootte en schoonheid van deze stad. In het jaar 20 voor Chr. herbouwde Herodes de Grote een kleine Phoenisische stad, die als de 'Toren van Strato' bekend stond en noemde haar Caesarea, ter ere van keizer Augustus. De knapste architecten en bouwmeesters van die tijd waren 12 jaar aan het werk om één van de mooiste steden van Palestina en één van de indrukwekkendste havensteden van de oude wereld te bouwen. Tot de bezienswaardigheden van de stad behoorden de schitterende paleizen en openbare gebouwen, een indrukwekkende tempel van marmer, een amfitheater en een renbaan. Er was tevens een ingenieuze haven, waar zelfs grote schepen veilig voor anker konden liggen. Geweldige steenblokken die in de zee verzonken werden, vormden een halfronde 90-meter lange pier. Na de dood van Herodes kwam Caesarea onder Romeins bewind en werd om zijn schoonheid door de Romeinse gouverneurs tot residentie verkozen. Pontius Pilatus woonde in Caesarea en ging naar Jeruzalem ten tijde van het Paasfeest, tijdens welk feest hij Jezus veroordeelde tot de kruisdood. Een steen die in Caesarea gevonden is draagt de naam van Pilatus. De volgende 500 jaar bleef Caesarea de hoofdstad van de Romeinse bewindhebbers in Palestina. Filippus de diaken leefde en predikte hier (Hand. 8:40 en 21:8). In Caesarea sprak Petrus tot Cornelius, die de eerste niet-joodse bekeerling van het christendom was (Hand. 10). Paulus zat hier twee jaar gevangen en gaf getuigenis van de opgestane Christus in tegenwoordigheid van Koning Agrippa en al de Romeinse notabelen (Hand 26). In het jaar 66 na Chr. brak een rel uit tussen joden en Syriërs die bijgestaan werden door de Romeinen. De slachting van 20.000 joden was de voornaamste oorzaak van de grote joodse opstand, die in de verwoesting van Jeruzalem en de Tweede Tempel eindigde. In 69 na Chr. werd Vespasianus hier door het leger tot Keizer uitgeroepen. In de 3de eeuw stichtte de beroemde Origenes een centrum van christelijke studies in Caesarea. In het jaar 638 viel de stad in handen van de Arabieren en in 1102 werd zij door de Kruisvaarders bezet. In 1252 omgaf koning Lodewijk IX van Frankrijk de stad met een muur, een stortgracht en wal. In het jaar 1291 veroverde Beybars van Egypte de stad en verwoestte haar volledig. Dat was het eind van Caesarea; de stad werd verlaten en door zand en puin bedekt en nimmer herbouwd. Het duurde tot 1956 vóór de oudheidkundigen begonnen met hun opgravingen. Heel belangrijke gedeelten van de eens zo glorierijke stad kwamen voor de dag. Uit de Romeinse periode werd het amfitheater, ontdekt dat grotendeels gerestaureerd werd en nu gebruikt wordt voor concerten. Tevens kwam het aquaduct te voorschijn, dat water van de bergen over een lengte van 18 km naar de stad voerde; en de renbaan die plaats bood aan 20.000 toeschouwers en 300m. lang was. Een uiterst belangrijke vondst is de steen waarin een inscriptie met de naam van Pontius Pilatus is aangebracht. Deze steen is de eerste archeologische bevestiging van het bestaan van deze beroemde gouverneur, die Jezus tot de kruisdood veroordeelde. De stadsmuren met hun poorten stammen uit de tijd van de Kruisvaarders en werden gebouwd door de Franse koning Lodewijk IX. Ze werden beschermd door een 10-meter brede gracht en een hellende kade die 10 tot 15 meter boven het laagste gedeelte van de gracht uitstaken. De kruisvaardersstad besloeg een oppervlakte van 14 hectaren, de Romeinse stad was zes keer zo groot. |