|
![]() ![]() ![]() |
Yad Vashem Nationale Israëlische gedenkplaats die aan de moord op zes miljoen Europese Joden door de Duitse nationaal-socialisten herinnert. Een deel van de gedenkplaats is ingericht als museum, waarin de vervolging van de Joden in Europa wordt gedocumenteerd: van het verliezen van hun rechten, het leven in getto's tot aan de industrieel georganiseerde dood. Elke toerist zou deze gedenkplaats moeten bezoeken. |
Het Bezoek
Gedichten
|
Een wagon,
prikkeldraad, een onbeschrijfelijk drama De kinderen van Yad Vashem (Door
J. van 't Hul; RD 12/12/98)
Yad Vashem schokt. Iedere keer weer. Al dat onbeschrijfelijke leed, dat onvoorstelbare, die onuitwisbare nachtmerrie. Dichtgesoldeerde treinwagons, afgeladen met angstige mensen en bange kindertjes. Een kamp. Prikkeldraad. Een hemel in vlammen. Een onbevattelijk drama. In vijf jaar tijd werden zes miljoen Joden uitgeroeid. Onder hen bevonden zich één miljoen achthonderdduizend kinderen. Wat is een mens, die aan zichzelf wordt overgelaten? Een wild beest gelijk. Nee, nog veel erger. Aanklacht Duitse jongeren Meer dan 70 procent van de ondervraagde jongeren wist niet bij benadering het aantal Joden dat door hun voorouders willens en wetens was afgeslacht. Acht van de tien jongeren in Duitsland meenden dat Adolf Hitler nog leeft. Een van de drie wist niet dat de oorlog in 1945 eindigde en het grootste deel tastte in het duister bij de vraag wanneer de oorlog was begonnen. In Israël weten de jongeren het echt heel goed: wanneer 'het' begon. Wanneer 'het' eindigde. Hoeveel slachtoffers er vielen. Er is maar een ding dat Israëlische jongeren niet weten: waarom 'het' allemaal moest gebeuren. Teksten en foto's Het is onvoorstelbaar wat er in Yad Vashem bijeen is gebracht aan documenten, boeken, albums, krantenknipsels, processen-verbaal en voorwerpen. Een collectie die nog dagelijks wordt uitgebreid, met elkaar één groot appèl aan hart en verstand van menselijke wezens. Het zijn vooral veel foto's die aan de muren hangen: een Joods jongetje, met de handen omhoog, starend in de loop van een Duitse revolver. Uitgemergelde vrouwen, in hun leed aaneengeklonken. Brandende jodenwijken met gillende kinderen. Vettige stroop liep uit een militair rapport aan Hitler: De door de vlammen bedreigde Joden sprongen in groten getale, soms hele gezinnen tegelijk, uit de ramen of lieten zich aan aaneengeknoopte beddelakens zakken. Er zijn maatregelen getroffen dat zowel deze alsook andere Joden meteen konden worden geliquideerd. De schrijver ontving voor zijn briefje het IJzeren Kruis eerste klasse. De flinkerd. Doktoren Yad Vashem toont beelden vol hoon en spot van Duitse soldaten, van vernedering en schrikkelijk onrecht. Een galg. Prikkeldraad. Gaskamers die douchecellen zouden zijn. Brandende ovens. Levende geraamtes. Een halfverbrand gebedenboek: Gods Woord als allerlaatste troost. Uitgehongerde gevangenen. Wagonladingen vol met vrouwenhaar, naar Duitsland gestuurd om er matrassen mee te vullen. Een stuk zeep, vervaardigd uit menselijke resten. Eén grote molen van de dood. Joden die bouwen aan de muren van hun eigen kamp. Kinderen die graven aan de kuilen van hun eigen graf, met grote, holle ogen, vragend naar het waarom, tastend naar de waarheid, speurend naar hulp die maar nooit op kwam dagen. Kinderogen Een onbekend gebleven Jood schreef later: Er kwamen veel kleren van in Auschwitz vergaste gevangenen naar ons in Dachau. Hele wagonladingen. Toen we bij de eerste zending een paar kinderschoentjes zagen, toen sneed het ons door de ziel, en wij, mannen, die toch al zoveel gewend waren, moesten met onze tranen vechten, want daar lag al het verdriet van onze kinderen voor ons. Daarna kwamen er steeds meer kinderschoenen. Dat is iets... geweest... wat ons... het meest verbitterd heeft. Dodenboeken Groepen toeristen worden rondgeleid. Ze zijn er muisstil van en dat is voor toeristen heel wat. Hun gids spreekt zacht, wijst hier, wijst daar. En zegt uiteindelijk: En nog steeds zijn er mensen die menen dat dit alles niet heeft plaatsgevonden. Korczak Het Children Memorial schokt nog het meest. Het is een aangrijpend monument ter nagedachtenis aan alle kinderen die tijdens de jarenlange mensenjacht hun jonge leven verloren of onherstelbare averij opliepen. Daar loop ik door een duistere ruimte waarin duizenden door spiegels weerkaatste kaarsenvlammetjes oplichten, allemaal symbolen voor de jeugdige slachtoffers van de waanzin. Nu is het stil. Maar van tijd tot tijd worden hier alle namen van gesneuvelde kinderen afgeroepen. Eén voor één. Bloemen, geknakt in de bloei. Weggevaagd. De nacht van de menselijke gerechtigheid had zich over hun jonge hoofden uitgestrekt. Tussen al die namen klinkt dan onophoudelijk de huilende klank van een ramshoorn, steeds weer.
Boodschap In het felle zonlicht ligt nog een beeldje op de grond. Portret van een jood. Het is een mens, teruggekeerd in de foetushouding.
|